Een kleurenanalyse is niet gebaseerd op 'onderbuikgevoel', maar voert terug op een harmonieleer, waarbij voor elke pigmentatie een optimaal kleurenpalet is samengesteld. De basis van de harmonieleer ligt in drie duidelijk te onderscheiden kenmerken: ondertoon, intensiteit en helderheid die onder te verdelen zijn in zes kleurkarakteristieken: koel-warm , licht-diep en helder-gedempt. 
Ieder kleurtype bevat een combinatie van de drie kenmerken en heeft een onderverdeling in drie subtypes. Het meest dominante kenmerk van het uiterlijk is leidraad om de meest geschikte kleuren te bepalen. 
Het Lentetype is onderverdeeld in een Warme Lente, Lichte Lente en Heldere Lente. Het Herfsttype is  onderverdeeld in een Warme Herfst, een Gedempte Herfst en een Diepe Herfst. Het Zomertype is onderverdeeld in een Koele Zomer, een Lichte Zomer en een Gedempte Zomer. En het Wintertype is onderverdeeld in een Koele Winter, een Heldere Winter en een Diepe Winter. Ieder subtype heeft zijn eigen topkleuren!

Als je uitstraling warm en goudkleurig als basiskenmerk heeft, dan ben je een Warme Lente of een Warme Herfst.
Het warme kleurenschema loopt van de lichte en heldere kleuren van het lentetype naar de diepe en gedempte kleuren van het herfsttype.
De 'overloop'kleuren bevinden zich op het warme deel van het kleurenschema; ivoor/champagne wit, geelgoud, terracotta, zalm, perzik, oranjerood, turkoois, midden petrol, gras- en olijfgroenen en de geelbruine en warmbruine tinten. 
Als je uitstraling koel en rozig als basiskenmerk heeft, dat ben je een Koele Zomer of een Koele Winter.
Het koele kleurenschema loopt van de zachte en gedempte kleuren van het zomertype naar de diepe en sprekende kleuren van het wintertype.
De overloopkleuren bevinden zich op het koele deel van het kleurenschema; gebroken wit, 'gewone' blauwen, jeansblauw, watermeloenrood, fuchsia, framboos, bordeaux, de blauw- en grijsgroenen en de middengrijze en blauwgrijze tinten.

Als je uitstraling helder en stralend als basiskenmerk heeft, dan ben je een Heldere Lente of een Heldere Winter.
Het heldere kleurenschema loopt van de lichte en warme kleuren van het lentetype naar de diepe en koele kleuren van het wintertype.
De 'overloop'kleuren bevinden zich op het heldere deel van het kleurenschema; azuurblauw, appelgroen, helder geel, licht grijs, felroze, brandweerrood en lavendelpaars. 
Als je uitstraling zacht en gedempt als basiskenmerk heeft, dat ben je een Gedempte Zomer of een Gedempte Herfst.
Het gedempte kleurenschema loopt van de koele en lichte kleuren van het zomertype naar de warme en diepe kleuren van het herfsttype.
De overloopkleuren bevinden zich op het gedempte deel van het kleurenschema; roomwit, zand, beige, chocoladebruin, grijsgroen, grijsblauw, denimblauw, turkoois, mauvepaars, burgundy.

Als je uitstraling licht en teer als basiskenmerk heeft, dan ben je een Lichte Lente of een Lichte Zomer.
Het lichte kleurenschema loopt van de warme en heldere kleuren van het lentetype naar de koele en gedempte kleuren van het zomertype.
De 'overloop'kleuren bevinden zich op het lichte deel van het kleurenschema; gebroken wit, lichtgeel, licht turkoois, roze, lichtrood, lila, lavendel, licht grijs, babyblauw. 
Als je uitstraling intens en rijk als basiskenmerk heeft, dat ben je een Diepe Herfst of Diepe Winter.
Het diepe kleurenschema loopt van de warme en gedempte kleuren van het herfsttype naar de koele en heldere kleuren van het wintertype.
De overloopkleuren bevinden zich op het diepe deel van het kleurenschema; greige, chocoladebruin, burgundy, aubergine, diep paarsblauw, donkerblauw, jadegroen, woudgroen, diep turkoois.