Het kan zijn dat je al weet welk kleurtype je bent; lente, zomer, herfst of winter. En dat je ook weet wat jouw subtype van je dominante kleurkarakteristiek is (lente: warm, licht, helder; herfst: warm, gedempt, diep; zomer: koel, licht, gedempt; winter: koel, helder, diep). Maar weet je ook of je hoog of laag licht-donker contrast hebt in je uiterlijk? De kleurbalans van je uiterlijk (huid, haar en ogen) bepaalt wat jouw mooiste en beste kleuren zijn die je kunt dragen. En de mate van licht-donker contrast in je uiterlijk (huid, haar en ogen) bepaalt hoe hoog het licht-donker contrast in je kleding kan zijn.
Contrast bestaat uit het onderling verschil van licht en/of donker; een kleur is licht of donker maar de donkerte is niet hetzelfde als de kleur. Je kunt donkerte ook laten zien in zwart, wit en alle grijstonen. Bij een contrastanalyse bekijken we je uiterlijk in zwart-wit. Hoe groter het verschil in de aanwezige donkertes, hoe hoger het contrast. Hoe kleiner het verschil, hoe lager het contrast.
Contrast in je kleding gaat niet over kleding in zwart-wit maar over licht en donker van de kleuren uit jouw kleurpalet!
Het staat mooi als het contrast in je kleding in balans is met het contrast van je uiterlijk. Door het contrast in je kleding aan te laten sluiten op het contrast in je uiterlijk schep je harmonie en zorg je ervoor dat de aandacht naar je gezicht wordt gebracht.
Hoe hoger het contrast, hoe meer kracht en autoriteit; hoe lager het contrast, hoe meer verbinding en toegankelijkheid. Je kunt je natuurlijke contrast versterken of afzwakken met het contrast in je kleding, afhankelijk van hoe je wilt overkomen of wat je wilt uitstralen. De hoeveelheid contrast die je wil of kan dragen in je outfit is een samenspel van jouw uiterlijk, jouw innerlijk (persoonlijkheid/karakter) én de situatie/gelegenheid waarvoor jij je kleedt.